Fiscaliteiten

Grondexploitaties

De Belastingdienst heeft de btw-inrichting van de grondexploitaties onderzocht. Dit kan tot maximaal 7 jaar terug. 2014 was het eerste jaar dat in het onderzoek is betrokken. Hoewel we als gemeente het juiste bedrag aan belasting afdragen over de grondexploitaties is er discussie ontstaan over de soort belasting, kostprijsverhogende belasting of compensabele belasting.

Na de afhandeling van veel onderzoeksvragen is er in overleg met de Belastingdienst overeenstemming bereikt hoe de belasting bij de grondexploitaties met terugwerkende kracht maar vooral ook in de toekomst goed te labelen.

De verschuiving van de belasting heeft voor de winst- of verliesgevendheid van de grondexploitaties geen effect. Het betreft puur het indienen van de belasting bij de juiste belastingsoort. Conclusie is dat we de afgelopen jaren teveel belasting via het belastingcompensatiefonds (BCF) hebben verrekend en te weinig via de ondernemingsbelasting. Per saldo geeft het geen verschillen maar omdat er te weinig ondernemingsbelasting is afgedragen moet er een boeterente worden betaald over de afgelopen jaren. Totaal levert dit voor de jaren 2014 tot en met 2019 een forse boeterente op, totaal zelfs een nabetaling van € 345.000.

Helaas werkt de boeterente maar één kant op. Over de teveel afgedragen BCF-belasting ontvangen we geen rente.

Re-integratie

De Hoge Raad heeft op 10 juli 2020 in haar uitspraak aangegeven dat alle btw voor re-integratiekosten compensabel is, uitgezonderd de kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan een individuele derden (bijvoorbeeld kosten voor een fiets of de huur/aanschaf van kleding voor een sollicitatiegesprek).

Deze uitspraak is gunstig voor de gemeente en wij kunnen vanaf 2012 t/m 2019 een suppletie indienen. Het jaar 2020 zullen wij het btw label corrigeren en dit in de aangifte 2020 meenemen. De totale correctie wordt geschat op ongeveer € 80.000 aan te ontvangen compensatie.

De belastingdienst kan een ander standpunt innemen voor 2012 en 2013.